Vera Wisse gaat in op onderwerpen die zij als sportdiëtist tegenkomt, met de vertaling naar de ‘algemene’ diëtist, inclusief klinische relevantie.
Hieronder een aantal van de vragen die we aan Vera hebben voorgelegd.
BMI 25
In de gezondheidszorg gaat veel aandacht uit naar overgewicht en obesitas. We weten dat 5 tot 10% gewichtsreductie al gezondheidswinst oplevert en lange termijn effecten zijn vaak niet meer dan dat. Voor veel cliënten van de diëtist is het behalen van een BMI 25 onhaalbaar en niet nodig.
Welk gewicht ‘past’ bij iemand ?
Ongeveer de helft van de Nederlanders heeft overgewicht. De andere helft heeft dat niet en dus een BMI lager dan 25. Ook in deze groep zijn veel mensen die -om allerlei redenen- met hun gewicht bezig zijn. Iemand met BMI 24 zal bij de huisarts weinig gehoor vinden, maar iemand die jarenlang een BMI van 21 heeft gehad, is niet blij als de BMI langzaam of snel richting 25 gaat. Welk gewicht ‘past’ bij iemand ?
Licht of zwaar gebouwd
Aan de andere kant worden meisjes van Aziatische afkomst nogal eens voor ondergewicht verwezen met BMI 18- 19, terwijl die BMI voor hun lichaamsbouw goed kan zijn.
Ideaal gewicht en wat is haalbaar?
Kortom, wat kunnen we als diëtist zeggen over een ‘ideaal’ gewicht? In de sport is veel aandacht voor het gewicht. Wat is haalbaar en wanneer vraagt een trainer/coach te veel – of eigenlijk te weinig?
Gezond overgewicht?
En is er ook gezond overgewicht? Bij sporten als discuswerpen en speerwerpen staan beslist geen atleten met BMI 25 op de baan. En die kilo’s extra zijn – zo te zien – niet alleen spieren.
Zijn er voedingsadviezen voor (top)sporters, die voor de ‘gewone’ mens ook nuttig kunnen zijn?
Het broodje kroket, dat profvoetballer Michiel Kramer at in de rust van Feyenoord – Heracles, kreeg in 2017 grote aandacht in de media. Vera schreef destijds een duidelijke uitleg waarom dit niet slim was.
Is er vanuit de sport een link te maken naar ouderen, die zo vaak moe zijn en zich afvragen hoe ze meer energie kunnen krijgen?